De illusoire maakbaarheid van de gemengde school
BY: W. Shadid, 28-10-2008
Onderwijssegregatie op levensbeschouwelijke grondslag is in Nederland van oudsher bekend en inherent aan het Nederlandse onderwijsbestel. Segregatie dat nu de kern vormt van het onderwijsdebat, is vooral etnisch en wordt teweeggebracht door factoren als woonconcentraties, sociaal economische achtergronden, alsmede de ‘witte vlucht’ wegens etnische afwijzing en vermijding van leer- en gedragsproblemen op ‘zwarte’ scholen.
Om redenen van onderwijskundige en maatschappelijke aard is het stimuleren van de gemengde ‘grijze’ school in de afgelopen decennia hoog op de politieke agenda komen te staan. De realisatiekansen en effectiviteit daarvan worden ongelukkigerwijs overschat en berusten op een aantal illusies waarvan twee zullen worden besproken.
De eerste illusie is dat gemengde scholen beter in staat zouden zijn om integratie en sociale cohesie te stimuleren. Allochtone leerlingen zouden hier meer Nederlands gaan spreken en een meer etnisch diverse vriendenkring krijgen. De theorie van aantrekkelijkheid van gelijkenissen leert echter dat mensen het liefst omgaan met anderen die in hoge mate op hen lijken: dus een vergelijkbare cultuur, houding en wereldbeeld hebben. Onderzoek toont herhaaldelijk aan dat leerlingen, inclusief autochtone, hun vriendjes uit de eigen etnische groep selecteren, ook zelfs voor een kort praatje op het schoolplein. Op zich hoeft dit geen probleem te zijn, althans als dat niet plaatsvindt vanuit etnische afwijzing. Door deze gerichtheid zal het nagestreefde effect van de gemengde school op sociale menging echter nauwelijks worden bereikt.
Een tweede illusie betreft de gedachte dat gemengde scholen de onderwijsprestaties van kansarme leerlingen ingrijpend zouden verbeteren. Ook dit valt te betwijfelen. Doordat sociaal economische achtergrond een cruciale rol speelt bij onderwijsprestaties, verwacht ik dat het positieve effect van dergelijke scholen op allochtone leerlingen uiterst bescheiden zal zijn. Als bijvoorbeeld hun Nederlandse taalkennis om deze reden te wensen overlaat, is hun achterstand in de taal van de ouders nog groter. ‘Zwarte’ scholen zijn trouwens beter toegerust met aangepaste onderwijsmethodieken om specifieke onderwijsachterstanden aan te pakken. Het extra negatieve effect van de sociaal economische achtergrond is in dit geval niettemin van tijdelijke aard. De verhouding tussen hoog- en laagopgeleide allochtonen trekt de laatste jaren goed bij. De voorhoede van een allochtone elite is inmiddels duidelijk zichtbaar.
Ook omdat het voor de hand ligt dat op gemengde scholen de gemiddelde leerling als norm zou worden genomen, zullen zwakkere leerlingen op den duur de dupe worden. Menging zal de gemiddelde onderwijsprestatie van ‘grijze’ scholen doen dalen en maximaal op het acceptabele niveau houden, hetgeen kan leiden tot toename van de o zo gehate zesjescultuur.
Uit het hierboven staande moet zeker niet worden geconcludeerd dat onderwijssegregatie niet hoeft te worden aangepakt. Dit volstrekt verwerpelijk verschijnsel is immers het resultaat van de tweedeling in de samenleving (wij en zij), en houdt tegelijkertijd deze tweedeling in stand.
Toch is de gemengde ‘grijze’ school niet direct maakbaar, zelfs niet wanneer de schoolkeuzevrijheid zou worden afgeschaft. Amerikaanse ervaringen laten zien dat blanke ouders inventief zijn om zich via onder andere verhuizing en inschrijving op particuliere scholen aan het spreidingsbeleid te ontrekken. Uiteindelijk moeten allochtone ouders dan het onderspit delven.
Ook spreidingsstrategieën als voorlichting en het invoeren van wachtlijsten en aanmeldingsmomenten waarvoor het kabinet dit jaar 4 miljoen Euro heeft uitgetrokken, zijn experimenten in de marge en zullen geen noemenswaardige resultaten opleveren.
Toename van gemengde ‘grijze’ scholen kan het beste indirect beïnvloed worden via een tweesporenbeleid. Allereerst via gedurfde intensieve investeringen in onderwijskwaliteit, schoolklimaat, leerlingbegeleiding en interculturele competentie van leerkrachten op ‘zwarte’ scholen. Dus de ‘prima scholen’ van Dijksma, a la de ‘prachtwijken’ van Vogelaar. Daarenboven zal intensief moeten worden geïnvesteerd in serieuze maatschappijbrede campagnes voor het corrigeren van het negatieve beeld over de allochtoon en om de multiculturele samenleving uit de taboesfeer te trekken. Als de beide beleidssporen tegelijk worden uitgezet zullen autochtone, en ook allochtone ouders in concentratiewijken, minder vluchtgedrag gaan vertonen en zal de spreiding geleidelijk tot stand komen. Bestrijding van onderwijssegregatie is van wezenlijk belang om een leefbare multiculturele samenleving gestalte te geven. Een samenleving waar het totale sociaal kapitaal meer is dan de som der delen.
Prof.dr. W. Shadid is hoogleraar interculturele communicatie. Voor meer info zie de pagina “About”.