Rechtspraak in een islamofoob klimaat
BY: W. Shadid, 5-4-2008
De islamofobie episodes waarin de islam direct of indirect als onderwerp betrokken is, volgen in de laatste zes maanden elkaar in Nederland in rap tempo op.
Een ‘ex-moslim’ vergeleek de profeet Mohammed met Hitler en kondigde een tekenfilm over zijn huwelijksleven aan. Politici, journalisten en zelfs wetenschappers stonden hem bij om zijn boodschap te verdedigen en wereldkundig te maken.
Begin dit jaar was er ook de Iranse kunstenares die twee homoseksuele mannen met maskers van de profeet Mohammed en zijn schoonzoon op doek heeft gezet en in het Gemeentemuseum van Den Haag wilde tentoonstellen. De museumdirecteur die de kunststukken weigerde werd maatschappijbreed sterk bekritiseerd omdat hij de vrijheid van meningsuiting zou hebben geschonden.
De meeste aandacht ging de afgelopen maanden echter naar het voortraject en de vertoning van het anti-islam filmisch pamflet van Wilders. Hoewel de debatten daarover nog in alle hevigheid voortduren, heeft een nieuwe episode met de islam als onderwerp het licht gezien
Het weekblad Opinio heeft vandaag (vrijdag 4 april 2008) een ‘faketoespraak’ van Balkenende gepubliceerd die hij zondag gehouden zou hebben op een bijeenkomst van CDA-prominenten en waarin hij stelling neemt tegen de islam. In het interview laat het blad de Premier zeggen: “Ik zeg het zonder omwegen: het grote probleem is de islam. Jullie horen het goed, ik zeg niet: de radicale islam of het islamitische terrorisme of het fundamentalisme in het algemeen – nee, ik zeg: het grote probleem is de islam”.
Namens Premier Balkenende heeft de landsadvocaat bij de voorzieningenrechter in Amsterdam een kortgeding tegen het weekblad aangespannen om rectificatie van het stuk af te dwingen. Het weekblad wordt “gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef en journalistiek fatsoen” verweten. Volgens de hoofdredacteur van het blad is de ‘faketoespraak’ echter slechts bedoeld als kritiek op het CDA en op Balkenende als leider daarvan, omdat het CDA nauwelijks een strategie heeft ontwikkeld in het debat over de islam in Nederland en zich heeft laten gijzelen door Wilders. Lees hier het bericht.
Het kortgeding dat vandaag (vrijdag 4 april 2008) heeft gediend is door Balkenende verloren en het weekblad hoeft de toespraak niet te rectificeren. De rechter was van mening dat het hier ging om een verzonnen rede en daarmee is er dus geen sprake van onjuiste of valse weergave van feiten. En “voor zover het hier een kritische bejegening van de heer Balkenende betreft, geldt dat hij zich dit als minister-president en leider van het CDA zal moeten laten welgevallen”, aldus de rechter. Uit de uitgebreide mediaberichtgeving van de afgelopen dagen over deze kwestie zou bovendien al voldoende zijn gebleken dat de toespraak nep is. De eventuele schade die hierdoor zou zijn ontstaan zou door de Rijksvoorlichtingsdienst en via diplomatieke kanalen kunnen worden rechtgezet, aldus de rechter.
Als reactie op het vonnis stelt de RVD dat de uitspraak vele vragen oproept en de landsadvocaat is derhalve gevraagd om in een bodemprocedure een oordeel van de rechtbank te krijgen. In tegenstelling tot een kortgeding wordt de zaak in zo’n procedure grondiger bestudeerd en de rechter hoeft geen rekening te houden met een eerder gedane uitspraak.
Hoewel de RVD niet aangaf welke vragen het vonnis oproept, is het vonnis mijns inziens niet goed doordacht en gemotiveerd. De capaciteit van het kritisch lezen van burgers is door de rechter mijns inziens sterk overschat, vooral omdat het hier in tweede instantie gaat om de islam die de laatste tijd in de maatschappij onder druk staat. Dat Balkenende zich publiekelijk van de film van Wilders heeft gedistantieerd draagt zeker niet bij aan het verscherpen van de kritische blik van de lezer en doet in dit geval dus minder relevant.
Door het voorgaande bekruipt mij het gevoel dat de voorzieningenrechter zich heeft laten leiden door het maatschappelijk klimaat waarin de islam in toenemende mate als volksvermaak fungeert. Aantijgingen tegen de islam worden ten onrechte overwegend gekwalificeerd als kunst, vrijheid van meningsuiting, of zoals in dit geval als doorzichtige fictie.
Of dezelfde rechter hetzelfde vonnis zou hebben uitsproken in een ander tijdsgewricht, of met betrekking tot een andere religie, waag ik te betwijfelen. Het vonnis heeft namelijk verstrekkende gevolgen voor de samenleving en voor de aantasting van de individuele persoonlijke integriteit. Ieder dagblad of tijdschrift zou op grond van dit vonnis een compromitterend verhaal over een ander kunnen fabriceren en publiceren. Bekende Nederlanders worden op deze manier vogelvrij verklaard.
In deze tijd waarin serieus gepleit kan worden voor ‘het recht om te beledigen’ zonder te worden uitgemaakt voor krankzinnig, speelt het journalistieke fatsoen als correctiemechanisme nauwelijks meer een rol van betekenis. Misschien is er in Nederland geen crisis ontstaan waarvoor de regering naar aanleiding van de film van Wilders onlangs heeft gewaarschuwd. Maar wie de morele crisis waarin het land momenteel verkeert niet inziet, is dromerig of leeft in de rafelrand van de samenleving.
Hoe dan ook, afgewacht moet worden wat er uit de bodemprocedure tevoorschijn zal komen. Wellicht iets positiefs. Er zijn immers wat lichtpuntjes aan het einde van de donkere Nederlandse islamtunnel. Een demonstratie ‘tegen de islamisering van Nederland’ die vandaag in Den Haag zou plaatsvinden is wegens gebrek aan belangstelling afgelast. Het organisatiecomité verwachtte 150 demonstranten, maar slechts 25 personen kwamen opdagen.
Prof.dr. W. Shadid is hoogleraar interculturele communicatie. Voor meer info zie de pagina “About”.